KIES DE JUISTE RUGBYSCHOEN – VOOR ELKE POSITIE EEN EIGEN SCHOEN
Vroeger droeg iedereen dezelfde rugbyschoenen. Maar nu heeft bijna elke speler in het veld zijn eigen type schoen. Ontdek hoe de onderdelen zijn aangepast aan verschillende posities.
DE BOVENSCHOEN
Zoals de naam al zegt, omvat dit alles wat aan de bovenkant van de schoen zit en je voet bedekt. Vroeger was de bovenschoen heel eenvoudig, maar nu zijn er varianten voor voor- en achterhoedespelers.
- Voorhoedespelers… hebben een stevigere bovenschoen, die tegelijkertijd flexibel genoeg is om omhoog te buigen in de scrum
- Achterhoedespelers… hebben een nauwe pasvorm en lichtgewicht materiaal nodig om naar de try-lijn te sprinten
- Kickers… willen een bovenschoen zoals die van een voetbalschoen, met een stuk waarmee ze de bal precies goed kunnen raken
DE BUITENZOOL
Je staat 80 minuten op het veld. De buitenzool, die contact maakt met de grond, is dus heel belangrijk.
- Voorhoedespelers… hebben een buitenzool nodig met veel lange noppen, zodat ze hun schoen stevig in het veld kunnen zetten
- Achterhoedespelers… hebben een paar noppen aan de voorkant om snelheid te kunnen maken
DE HAK
Vroeger hadden rugbyschoenen geen hak. Je voet stond als het ware plat op de grond. Maar ASICS heeft een hak van 10 mm toegevoegd aan alle rugbyschoenen
Die hak heeft meerdere functies:
- Hij vermindert de belasting van de onderrug en de druk op je achillespees
- Hij laat je sneller rennen omdat je voeten iets naar voren overhellen
- Zo komen achterhoedespelers beter door de gain-lijn en voorhoedespelers die met de bal rennen beter uit de ruck.
TUSSENZOOL
De tussenzool is het hart van elke schoen. Het is het materiaal tussen de binnenzool onder je voet en de buitenzool op de grond.
- Voorhoedespelers… hebben niet zo veel demping nodig, maar wel genoeg voor vernietigende sprints
- Achterhoedespelers… hebben veel demping nodig, omdat ze in 80 minuten vele kilometers afleggen
Voor achterhoedespelers bevatten de hakken extra demping met GEL-stukken, die de landing op het veld verder dempen. Dat is vooral belangrijk als het koud wordt en het grasveld keihard kan zijn.